Inleiding
Ik heb dit onderwerp gekozen, omdat ik veel over India te weten wilde komen.
1. Geschiedenis India
Koningen & vorsten
India en Pakistan waren vroeger samen één land, Indië. Bij het vertellen van de geschiedenis van dit land begin ik bij het jaar 320 na Christus.
Candragupta I
In 320 kwam Candragupta I aan de macht. Samen met zijn regering zorgde hij ervoor dat de letterkunde beter werd. In de regeerperiodes van Candragupta I en zijn opvolgers kwamen er meer hindoes bij en het aantal nieuwe boeddhisten nam dus af. Zijn zoon Samudragupta veroverde grote gebieden land. Daardoor had zijn opvolger Candragupta II bijna het hele noorden en oosten van Indië in handen. Maar in 470 viel het rijk uiteen, en veroverde de Witte Hunnen uit Perzië en Turkije het land.
Harsa .
In het jaar 606 kwam Harsa aan de macht in het noorden, in het rijk van Thanesar. Na zijn dood in 647 viel dit rijk uiteen in verschillende kleine rijkjes.
Chola's
De Pallawa's waren aan de macht in bijna het hele zuiden. Rond 850 veroverde de Chola's dat rijk en in 985 kwam Raja Raja I op de troon te zitten. Hij en zijn opvolger Kulottunga I zorgde ervoor dat de Chola's ook de macht hadden tot in noorden van Ceylon, in Maleisië en in delen van Sumatra.
Mohammed Ghur
Islamieten uit Afghanistan vielen vanaf het begin van de 11de eeuw het noorden van Indië aan.
In 1192 werd de vorst van Delhi verslagen en het hele noorden werd veroverd door Mohammed Ghur. Na zijn dood werd hij opgevolgd door Qutbud-din. Qutbud-din was een slaaf geweest en tot aan de dood van Mohammed Ghur was hij generaal én de sultan van Delhi. In 1398 veroverde Timoer de Kreupele het gebied.
2. Natuur & landschap
Landschap
India kan je verdelen in drie hoofdgebieden: de Himalaja, de noordelijke vlakte en het schiereiland.
De Himalaja
In Noord–India vind je Himalaja. De hoogste bergtop van India is de Nanda Devi, 7816 meter hoog.
De noordelijke vlakte
Ten zuiden van de Himalaja ligt de noordelijke vlakte, die ong. 320 kilometer breed is. Er stromen drie grote rivieren door het gebied: de Ganges, de Indus en de Brahmaputra. Dit zijn alledrie gletsjerrivieren. Deze rivieren leveren water voor de bevloeiing van het landschap en zorgen elk jaar voor een sliblaag. Door die sliblaag is het gebied een erg vruchtbaar landbouwgebied.
Het schiereiland
Het Plateau van Deccan is het belangrijkste deel van het Indiase schiereiland. Een schiereiland is een stuk land dat maar met een kant aan een ander stuk land grenst. Het grenst dus aan drie kanten aan zee. Ten noorden van het plateau zorgen de lage Vindhyabergen voor een grens tussen het schiereiland en de noordelijke vlakte.
De grootste rivieren van het schiereiland zijn Godavari, Cauvery en Krishna. Zij stromen in de richting van de Golf van Bengalen. Deze rivieren zijn regenrivieren, en dat betekent dat de hoeveelheid water van de rivieren vaak verandert. Sommige rivieren zijn in de regentijd (zie 3.2) meer dan een kilometer breed, maar in de rest van het jaar zijn zij slechts een paar meters breed.
Klimaat
Het koude jaargetijde
In januari en februari valt het koude jaargetijde, dit betekent: droog, zonnig en fris weer. Er is meestal een zwakke wind en alleen in het noorden van het noorden valt een beetje neerslag.
Het hete seizoen
Het hete seizoen begint vanaf maart en duurt tot ong. midden juni. In het centrum van India is de gemiddelde temperatuur in de maand mei ong. 35 graden Celsius. In het zuiden van het land is het wat minder heet, dit komt doordat daar sterkere wind waait. Door die sterkere wind kan er daar ook wat regen vallen.
Het koude jaargetijde en het hete seizoen horen allebei bij de noordoostmoesson.
De regentijd
De regentijd begint aan de westkust rond begin juni. Hoe meer je landinwaarts gaat, hoe later de regentijd begint. In het noordwesten begint de regentijd rond begin juli. Vooral langs de westkust verandert er veel in de regentijd. De wind wordt krachtig en een week lang regent het zwaar. Dit zware regenen noemt men burst of the monsoon. Daarna komen er ook opklaringen voor.
De terugtrekkende moesson
Het laatste seizoen van het jaar is de terugtrekkende moesson. Dit seizoen begint tussen half september en eind oktober. Het eerst is de terugtrekkende moesson er in het noorden en noordwesten, het laatst in het zuiden en de Bengalen.
In het begin van deze periode stijgt de temperatuur nog wel eens, maar dit duurt niet lang. De temperaturen dalen tot het volgende koude jaargetijde begint.
De regentijd en de terugtrekkende moesson noemen we samen de zuidwestmoesson.
Neerslag
De hoeveelheid neerslag die in een jaar valt, verschilt van jaar tot jaar. De neerslag wordt voor een deel veroorzaakt door tropische cyclonen. Een cycloon is een orkaan die windkracht 12 bereikt. Gemiddeld komen er 10 cyclonen per jaar voor in India.
3. Bevolking
Inwoners
India heeft meer dan 1 miljard inwoners, en de oppervlakte van het land is meer dan 3 miljoen vierkante kilometer. De bevolkingsdichtheid is ong. 330 personen per vierkante kilometer. De bevolkingsgroei per jaar is ong. 1,5%.
Van de 1 miljard Indiërs woont 28% in steden, 72% woont dus op het platteland.
Mannen hebben een levensverwachting van 62,5 jaar, vrouwen hebben een levensverwachting van 64 jaar.
Het kindersterftecijfer is 61 per 1000 levend geborenen.
STAD AANTAL INWONERS (ONG.)
Mumbai (vroeger: Bombay) 15 miljoen inwoners
Calcutta 12 miljoen inwoners
Delhi (New Delhi + Old Delhi) 11 miljoen inwoners
Chennai (Madras) 6 miljoen inwoners
Bangalore 6 miljoen inwoners
Hyderabad 5 miljoen inwoners
Ahmadabad 3 miljoen inwoners
Overzicht van de belangrijkste Indiase steden.
Taal
In India worden 850 talen en dialecten gesproken, waarvan sommige talen of dialecten zelfs hun eigen schrift hebben. Je kunt de talen in drie groepen verdelen:
1. de talen van de autochtone volken.
2. de Dravidische talen. Deze komen voor in het zuiden.
3. de Arische talen. Deze komen voor in het noorden.
Het Hindi wordt door 40% van de bevolking gesproken of begrepen. Dit betekent dat deze taal van alle moderne Indische talen het meest gesproken wordt.
Hier volgt een overzicht van talen gesproken door de Indiase bevolking:
Taal Gesproken door:
Hindi 40% van de bevolking
Telugu 8% van de bevolking
Bengali de inwoners van Calcutta en regio
8% van de bevolking
Marathi de inwoners van Mumbai en Maharashtra
7% van de bevolking
Urdu de islamieten in Noord-India
Punjabi de Sikhs
Assami de inwoners van Assam
Oriya de inwoners van Orissa
Gujarati de inwoners van Gujarat
Kashmiri de inwoners van Kashmir
Sanskriet (heilige taal van de hindoes) een paar duizend mensen
4. Hindoeïsme
Rituelen bij geboorte
Een hindoe baby krijgt niet land na de geboorte een beetje honing en boter (ghi) op zijn tong. In het oor van de baby worden heilige spreuken (mantra's) gefluisterd door de vader. Een voorbeeld van zo'n mantra is: Moge God, de schepper van alle dingen, je wijsheid geven.
Daarna wordt het kind weer aan de moeder gegeven voor de eerste borstvoeding.
Een paar maanden na de geboorte wordt het hoofd van de baby kaalgeschoren. Dit wordt mundan genoemd. De baby wordt ook gewassen en er worden gebeden uitgesproken over de toekomst van het kind. Bij hindoes worden bij veel belangrijke momenten in hun leven de haren afgeschoren.
Bij de geboorte van een hindoe baby (of iets later), worden er zwarte strepen onder de ogen en oren getekend. Dit gebeurt met een kajal. Hindoes doen dit om boze geesten af te schrikken.
Hindoes hebben meerdere goden, en kinderen krijgen dan ook vaak namen van die goden. Ze krijgen niet alleen een voornaam, maar ook een geheime naam. Die heet rashi ka nam.
De tijd van de geboorte bepaalt de zogenaamde dierenriem. Er zijn 27 dierenriemen, en aan de hand daarvan wordt de geheime naam bepaalt. Deze wordt alleen gebruikt bij speciale gelegenheden van het geloof.
Goden
Hindoes hebben eigenlijk een oppergod, Brahman. Hij zit in allerlei goden, en Brahma, Vishnu en Shiva zijn de belangrijkste goden. Hindoes bidden niet tot hun goden, maar vereren de goden. Zij vereren wel honderden goden, die allerlei kanten van Brahman laten zien.
Brahma
Brahma is de schepper van het heelal. Je kunt hem vaak herkennen aan zijn vier hoofden (die naar de vier windrichtingen wijzen), of aan zijn vier handen. Brahma rijdt op zwanen of zit op een heilige lotusbloem. Zijn vrouw Saraswati is de godin van de kunst en het onderwijs.
Vishnu
Vishnu is de beschermer van het heelal. Hij wordt vaak afgebeeld op een adelaar, of al hij zit te slapen op een reuzenslang. Zijn vrouw Lakshmi is de godin van de schoonheid en de rijkdom.
Shiva
Shiva is de vernietiger van het kwaad in het heelal. Hij heeft op plaatjes vaak een drietand vast. Op zijn voorhoofd draagt hij het derde oog van de kennis. Shiva rijdt op Nandi, een grote stier. De godin Parvati is de vrouw van Shiva.
|