Een paard hinnikt en zucht. Een paard galoppeert, dat is een soort van huppelen. Je hebt een aantal soorten paarden, zoals:
Boerderijpaarden
Circuspaarden
.Dressuurpaarden, die doen trucjes, springen en dansen
Parcourspaarden, die rennen op hindernisbanen
Renpaarden, deze paarden worden opgevoed en opgeleid om kampioenen te worden.

Paarden kun je vinden:
.Op een boerderij,
.Stallen of schuren
.In de wei
.In hat bos.
Ook kom je ze tegen in safariparken.
Paarden kun je niet in huis nemen, een huis heeft daarvoor geen goeie ruimte voor.

Voor het verzorgen van paarden heb je nodig:
Een stal: daar kan je paard in slapen, het is een soort hondenhok, maar dan voor een paard.
Een borstel: hiermee kam je de manen van het paard. De manen zijn de haren van hat paard.
Een voerbak, daar kun je het voer van het paard in zetten.
Hooi, gras, paardenvoer, dit eten de paarden. Paarden vinden suikerklontjes lekker. Ze
eten ook fruit, want een appel vinden ze lekker.Water is wat de paarden drinken.
Als je op een paard wil rijden, heb je nodig:
Hoefijzers, deze dragen ze zodat hun hoeven niet slijten.
Bit, is een soort ijzer dat tegen de tanden aan wordt gezet daar zitten de teugels aan
Teugels, is een riem, waar je een paard mee kan sturen. Als je de teugels naar links of
rechts trekt, gaat hij die kant op. Als je hem wil laten stoppen, moet je de teugels naar achteren trekken.
Zadel, is een soort van stoeltje dat je op de rug van het paard zet en met een bandje
vastmaakt.

Een ruiter is iemand die op een paard rijdt. Paarden kunnen bokken, en steigeren.

Je hebt ook paardensport, dat heet polo. Dan hebben de ruiters hockeysticks in hun hand en is dus een soort hockey. En dan met paarden.

Zelf wil ik ook een paard hebben, omdat ik een paard heelliefvind en heelleuk. Dan kan ik hem verzorgen, alleen vind ik het poep opscheppen niet zo leuk.